Branche-afspraken hitte
-
Beoordelingsmethodiek
-
Uitvoeren van klimaatmetingen
Metingen kunnen zekerheid bieden over de temperatuur waar medewerkers aan blootgesteld worden. klik hier
voor methodieken om temperatuur te meten.
-
-
Gedrag
-
Bevordering bewustwording directie
Het hoogste management bepaalt het niveau van (arbo)beheersmaatregelen dat in het bedrijf wordt geïmplementeerd. Uit onderzoek blijkt dat in bedrijven waar het hoogste management arbo-bewust is, de arbeidsomstandigheden aantoonbaar beter zijn, dan bij bedrijven waar dat niet het geval is. Daarom dient er op het hoogste managementniveau aandacht te zijn voor arbeidsomstandigheden.
-
Frequentie voorlichting hitte afhankelijk van gemiddelde dagtemperatuur waarbij gewerkt wordt
De frequentie waarmee voorlichting wordt aangeboden is afhankelijk van de temperaturen waar werknemers aan blootstaan:
- vanaf 32 °C: minimaal één keer per 4 jaar;
- vanaf 37 °C: minimaal één keer per 2 jaar;
- vanaf 40 °C: minimaal jaarlijks.
-
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
Werknemers hebben (ook) een eigen verantwoordelijkheid om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken op die plaatsen waar, zonder het gebruik daarvan, een gezondheidsrisico bestaat.
-
Instructie
Instructie over juist gebruik van een machine / hulpmiddel reduceert de kans dat medewerkers de machine / het hulpmiddel onbewust op een onjuiste wijze gebruiken.
-
Instructie/Training lijnmanagement
Lijnmanagers hebben als taak om medewerkers te informeren over (on) gezonde arbeidsomstandigheden en om medewerkers aan te spreken op ongezond gedrag. Daartoe dienen de lijnmanagers de sociale en inhoudelijke deskundigheid te hebben. Als zij deze niet voldoende hebben, worden zij op deze aspecten getraind.
-
Sanctiebeleid
Daar waar medewerkers geen persoonlijke beschermingsmiddelen dragen en het aanspreken door een leidinggevende daarop onvoldoende effectief blijkt, is het instellen van een sanctiebeleid een sluitsteen om tot veilig gedrag te komen. Ook kan sanctiebeleid noodzakelijk zijn om te komen tot een op de juiste wijze omgaan met ter beschikking gestelde hulpmiddelen.
-
Toezicht gebruik hulpmiddelen
De werkgever ziet er op toe dat werknemers gebruik maken van de ter beschikking gestelde hulpmiddelen. Dit toezicht is een onmisbare schakel is in het beheersen van het risico.
-
Toezicht gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
De werkgever ziet er op toe dat medewerkers gebruik maken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.
-
Voorbeeldgedrag lijnmanagement
Als het lijnmanagement door middel van voorbeeldgedrag laat zien dat zij het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen belangrijk vindt, heeft dat een positief effect op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen door overige werknemers.
-
Werknemers melden onjuist/onveilig gedrag
Werknemers melden het aan leidinggevenden als andere werknemers geen (juist) gebruik maken van ter beschikking gestelde hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat geld in alle gevallen indien dat onjuist / onveilig gedrag ook invloed kan hebben op andere werknemers.
-
Inspiratie: Werknemers spreken elkaar aan op (on)juist gedrag
Dit is een inspiratie afspraak Klik hier voor uitleg
In bedrijven waar werknemers anderen aanspreken op ongewenst (arbo)gedrag, zijn de arbeidsomstandigheden beter dan in bedrijven waar dat niet gebeurd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het aanspreken op het gebruik maken van ter beschikking gestelde hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen.
-
-
Gezondheidsbewaking
-
Periodiek onderzoek warmte belasting
Biedt medewerkers die regelmatig werkzaam zijn bij binnenluchttemperaturen die hoger zijn dan 32 °C, periodiek de gelegenheid deel te nemen aan een Periodiek Medisch Onderzoek. Biedt periodiek onderzoek minimaal één keer per vier jaar aan.
-
-
Grenswaarden
-
Actiewaarde: > 32 °C
Op werkplekken waar de luchttemperatuur structureel hoger is dan 32 ° C zijn voorzieningen getroffen waarmee de luchttemperatuur verlaagd kan worden. Als minimale voorziening geldt dat er koelere (buiten)lucht in de ruimte ingelaten kan worden. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door vrije entree van buitenlucht of geforceerd inblazen van buitenlucht. Daarnaast worden werkzaamheden bij deze temperaturen afgewisseld met werkzaamheden waarbij de luchttemperatuur lager is dan 32 °C. Dit laatste is niet van toepassing bij een buitenluchttemperatuur vanaf 25 °C.
-
Actiewaarde: > 37 °C
Op werkplekken waar de luchttemperatuur hoger is dan 37 ° C wordt voldaan aan een (eigen) protocol. In het protocol zijn zaken opgenomen als:
- het geforceerd verplaatsen van lucht;
- het inblazen van buitenlucht;
- het houden van extra pauzes; bij voorkeur meerdere korte pauzes;
- het rouleren tussen taken met verschillende hittebelasting;
- het verschaffen van adequate werkkleding;
- het ontzien van werknemers met gezondheidsklachten (bv hartklachten) en/of zwangeren;
In een ruimte met deze luchttemperatuur wordt door een individuele werknemer niet meer dan 6 uur per dag gewerkt, de overige uren worden gewerkt in een ruimte waar het koeler is dan 32 °C. Dit laatste is niet van toepassing bij een buitenluchttemperatuur vanaf 25 °C.
-
Actiewaarde: > 40 °C
Indien op een werkplek de luchttemperatuur hoger is dan 40 ° C, dan wordt op deze werkplek door één individuele werknemer niet langer gewerkt dan 4 uur per dag. De overige uren worden gewerkt in een ruimte waar het koeler is dan 32 °C. : in een ruimte met deze luchttemperatuur wordt door een individuele werknemer niet meer dan 4 uur per dag gewerkt, de overige uren worden gewerkt in een ruimte waar het koeler is dan 32 °C. Dit laatste is niet van toepassing bij een buitenluchttemperatuur vanaf 25 °C en ook niet indien verschillende productiestappen allemaal in dezelfde ruimte plaats vinden. Indien de binnenluchttemperatuur op een werkplek op meer dan 10 dagen per jaar tussen 9 en 17 uur gemiddeld hoger is dan 40 °C, dan zet de werkgever een actieplan op om dit aantal dagen op jaarbasis te verkleinen.
-
Beoordelen temperatuur (buitenlucht > 25 °)
Beoordeel continu de luchttemperatuur op een werkplek (waar minimaal 4 uur per dag gewerkt wordt) in de nabijheid van een hittebron (op 1,5 m hoogte), op dagen dat de buitenluchttemperatuur overdag hoger is dan 25 °C. Eén meetplaats per bedrijf voldoet.
-
-
Organisatorisch
-
Hitte als onderdeel programma van eisen nieuwe machines
Stel ten behoeve van de aanschaf van nieuwe machines en gereedschappen vooraf eisen aan de maximale warmte die de betreffende machine / gereedschap mag produceren.
-
Hitte als onderdeel van een installatiecheck nieuwe machines
Evalueer na installatie van een nieuwe machine of de in de praktijk geproduceerde warmte voldoet aan de eisen die daaraan gesteld zijn in het programma van eisen.
-
Programma voor onderhoud
Het opstellen en uitvoeren van een programma voor periodiek preventief onderhoud, voorkomt ook dat, afhankelijk van de factoren die voorkomen:
- geluid dat de machine produceert niet toeneemt door gebruik;
- de hoeveelheid stof / stoffen die vrijkomen niet toenemen door gebruik;
- de hoeveel hitte die vrijkomt niet toeneemt door gebruik;
- fysieke belastingsproblemen periodiek worden besproken en daardoor eerder verholpen;
- de beveiliging van de machine periodiek gecontroleerd wordt en eventuele fouten / tekorten daarin sneller worden geconstateerd en verholpen.
-
Zwangerschap en hitte
Een zwangere vrouw die in een omgeving werkt waar het structureel warmer is dan 32 graden is, meldt (zo snel mogelijk) aan haar leidinggevende dat zij zwanger is.
De leidinggevende stuurt haar vervolgens zo snel mogelijk door naar de bedrijfsarts met als doel om afspraken te maken welke werkzaamheden de vrouw wel, in aangepaste vorm, of niet meer mag verrichten.
De bedrijfsarts stelt de leidinggevende van deze, dwingende, afspraken op de hoogte. Tijdens het eerste bezoek geeft de bedrijfsarts aan of het wenselijk is dat er ook een consult plaats vindt vlak voordat de zwangere vrouw met zwangerschapsverlof gaat. Dit kan zinvol zijn zodat de bedrijfsarts de zwangere onder meer voor kan lichten over de mogelijke risico’s van het geven van borstvoeding indien de vrouw blootgesteld kan zijn geweest aan (mogelijk schadelijke) stoffen die in de moedermelk aanwezig kunnen zijn.
Bij hervatting van de werkzaamheden heeft de vrouw recht om een afspraak met de bedrijfsarts te maken. Dit is met name relevant indien de vrouw, bijvoorbeeld ten gevolge van complicaties tijdens zwangerschap en/of bevalling, twijfelt of zij het eigen werk al dan niet in aangepaste vorm, kan hervatten.
De vrouw wordt door middel van een brochure voorgelicht over de meest recente wetenschappelijke inzichten over de effecten die bepaalde risicofactoren op zwangere vrouwen die werken kunnen hebben. Deze inzichten zijn ondermeer verwoord in de richtlijn “zwangerschap en arbeid” die de bedrijfsartsen hanteren. In deze brochure is ook opgenomen wanneer de vrouw voor een second opinion bij het UWV terecht kan. Indien een vrouw het niet eens is met de werkzaamheden die zij volgens de bedrijfsarts zou kunnen verrichten, dan staat het haar altijd vrij hierover een second opinion bij een andere bedrijfsarts aan te vragen.
-